Compliance en integriteit Integriteit – oktober 2021

In de afgelopen maand stond “integriteit” opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. Afgelopen vrijdag presenteerde de Autoriteit Persoonsgegevens (de AP) haar rapport over de Fraude Signalering Voorziening. AP-voorzitter Aleid Wolfsen: “Vanzelfsprekend moet de Belastingdienst fraude aanpakken. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de Belastingdienst fraudesignalen registreerde en gebruikte op een manier die absoluut niet is toegestaan. Onschuldige mensen zijn hierdoor gedupeerd.”
Uiteraard kwam bij mij allereerst de verontwaardiging naar boven over het menselijke leed dat hiervan het gevolg was. Maar al snel daarna: hoe kan het dat niemand binnen de Belastingdienst zich hiertegen (eerder) heeft uitgesproken? Of, als dat wel is gebeurd, waarom werd hier dan niets mee gedaan? Is er voldoende ruimte voor tegenspraak binnen de Belastingdienst? Hoe open is de cultuur binnen de organisatie eigenlijk? En durven ambtenaren elkaar aan te spreken? Relevante vragen, omdat de recente affaires naar mijn mening een symptoom (met vreselijke gevolgen) zijn van een onderliggend probleem.
Binnen de Belastingdienst (en rijksbreed) is de Gedragscode Integriteit Rijk van toepassing. Maar het komt niet aan op regels alleen (het is zelfs de vraag of regels niet zouden moeten worden vervangen door kaders, zodat mensen zélf gaan nadenken). Veel belangrijker is het gedrag van mensen. Niet voor niets schrijft de Ambtenarenwet voor dat integriteit onderdeel moet zijn van functioneringsgesprekken en werkoverleggen. Integriteit moet met andere woorden “onderwerp van gesprek” zijn. Aan de hand van dilemma’s kan zo’n gesprek op gang komen.
Wij leveren graag onze bijdrage in het integriteitdebat. Niet alleen door begeleiding bij en advisering over integriteitskwesties, maar ook door bij te dragen aan bewustwording op dit onderwerp. Ogenschijnlijk kleine integriteits-“issues” kunnen immers grote gevolgen hebben, zo is de afgelopen maand maar weer gebleken. Meer weten of eens verder praten? Bel of e-mail gerust. Loes Wevers (wevers@boontje.nl, 0630026777).
Hierbij een overzicht van de rechtspraak “integriteit” van oktober 2021. Dilemma’s genoeg ..
Rechtspraak oktober 2021
29 september 2021 – de kantonrechter te Rotterdam oordeelt dat het ontslag op staande voet van een DJI-medewerker rechtsgeldig is gegeven. Uit camerabeelden – en ondersteund door twee getuigenverklaringen – blijkt dat de medewerker een gedetineerde een kopstoot heeft gegeven. Hem wordt ook aangerekend dat hij heeft gelogen over het incident. De kantonrechter overweegt dat naast artikel 7.10 BW ook de Ambtenarenwet, de Gedragscode Integriteit Rijk en de Gedragscode DJI van toepassing zijn. Van belang is dat aan een ambtenaar in overheidsdienst hoge eisen worden gesteld ten aanzien van integriteit en betrouwbaarheid. Een overheidswerkgever heeft een groot belang bij een burger die vertrouwen heeft in zijn functioneren.
8 oktober 2021 – de bestuursrechter te Den Haag verklaart het beroep van een politie-ambtenaar tegen het (onvoorwaardelijk gegeven) strafontslag ongegrond. Daartoe overweegt de bestuursrechter dat de ambtenaar een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven rondom het gebruik van geweld bij de aanhouding van een verdachte en dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan schending van de ambtseed/-belofte door met een journalist te spreken. De bestuursrechter oordeelt ten aanzien van twee andere omstandigheden die aan het ontslag ten grondslag waren gelegd (het doen van bevragingen van de politiesystemen voor privédoeleinden en het ten onrechte registreren van een groot aantal meer-uren), dat de korpschef daar onvoldoende zorgvuldig onderzoek naar had gedaan.
13 oktober 2021 – de bestuursrechter van de Rechtbank Limburg verklaart het beroep van een politie-ambtenaar ongegrond. De ambtenaar was in beroep gegaan tegen het niet verlengen van zijn aanstelling. De korpschef van de politie had de aanstelling niet verlengd omdat de ambtenaar had gelogen over de einddatum van zijn vorige dienstverband en over het feit dat hij aldaar strafontslag had gekregen.
13 oktober 2021 – de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de korpschef van de politie op goede gronden de toestemming voor het verrichten van werkzaamheden bij en particulier recherchebureau heeft ingetrokken. In een openstaande kluis van de kantoorruimte van betrokkene was namelijk een vuurwapen aangetroffen. Aan medewerkers in de particuliere recherchebranche mogen hogere eisen worden gesteld dan aan medewerkers in andere betrekkingen. Dat betekent dat de korpschef als maatstaf mag hanteren dat de betrouwbaarheid en integriteit van medewerkers boven iedere twijfel verheven dient te zijn.
19 oktober 2021 – het Hof Amsterdam oordeelt dat de Volkskrant te prematuur had gehandeld in een vermeende #MeToo kwestie. De kantonrechter had in eerste aanleg de arbeidsovereenkomst van de redacteur ontbonden. Het Hof is het niet eens met het oordeel en kent een billijke vergoeding toe van EUR 370.000 bruto. Het interne onderzoek was onzorgvuldig uitgevoerd en er had geen onafhankelijk extern onderzoek plaatsgevonden. Zie ook mijn blog over deze uitspraak.
22 oktober 2021 – de Centrale Raad van Beroep laat een schriftelijke berisping van de Minister van Justitie en Veiligheid in stand. Onder het oude ambtenarenrecht had de Minister een ambtenaar een schriftelijke berisping opgelegd (op grond van artikel 81 lid 1 sub a van het ARAR), omdat hij – na een incident tussen een gedetineerde en een collega – niet aan zijn meldingsplicht had voldaan en onvolledig had gerapporteerd. De betrokken ambtenaar heeft tot en met de CRvB geprocedeerd, maar wordt daar in het ongelijk gesteld. Volgens de CRvB worden aan dergelijke medewerkers hoge eisen van integriteit en betrouwbaarheid gesteld. De lange, onberispelijke staat van dienst legt daartegenover onvoldoende gewicht in de schaal.