Actueel Wetsvoorstel ‘Meer zekerheid voor flexwerkers’: wat gaat er veranderen?

Op maandag 19 mei is het wetsvoorstel Meer Zekerheid Flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer. Zoals de titel suggereert, heeft het voorstel tot doel om de positie van flexibele arbeidskrachten – waaronder uitzendkrachten, oproepkrachten en werknemers met tijdelijke contracten – te versterken. De wet beoogt drie hoofdpunten te verbeteren, namelijk:
- Meer uitzicht op een vast dienstverband;
- Meer werk- en inkomenszekerheid;
- Meer duidelijkheid over werktijden (roosterzekerheid).
Daarnaast beoogt het voorstel het verschil in arbeidsvoorwaarden tussen vaste en flexibele arbeid verkleinen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen.
1. Aanpassing van de ketenregeling – tussenpoos naar 60 maanden
De hoofdregel blijft: na drie tijdelijke contracten of drie jaar heeft de werknemer recht heeft op een vast contract. Wat verandert, is de zogenoemde tussenpoos. Momenteel begint een nieuwe keten na een onderbreking minimaal zes maanden. Deze tussenpoos wordt verlengd naar een termijn van 60 maanden (vijf jaar), om te voorkomen dat tijdelijke contracten steeds met korte onderbrekingen worden verlengd (draaideurconstructies).
Daarnaast stelt het wetsvoorstel voor om de mogelijkheid om via cao af te wijken van het maximale aantal contracten of de maximale looptijd, te schrappen. Ook het omzeilen van de ketenregeling via een opvolgend werkgever – zoals een uitzendbureau – wordt moeilijker.
2. Oproepcontract verdwijnt – bandbreedtecontract komt ervoor in de plaats
Oproepcontracten (zoals nuluren- of min-maxcontracten) worden (op enkele uitzonderingen na) afgeschaft. Hiervoor in de plaats komt het zogeheten bandbreedtecontract, waarin vooraf wordt afgesproken hoeveel uren een werknemer minimaal en maximaal werkt. De bandbreedte mag maximaal 30% bedragen. Daarnaast moeten de momenten waarop de werknemer beschikbaar moet zijn, worden vastgelegd. Contracten met een jaarurennorm blijven mogelijk, maar krijgen meer roosterzekerheid per kwartaal.
3. Aanpassing van de regels voor uitzendkrachten
Om de arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten dichter bij die van vaste medewerkers te brengen, wordt een gelijkwaardigheid in beloning en voorwaarden nagestreefd. Ook worden de uitzendfasen verkort:
- Fase A wordt wettelijk beperkt tot maximaal 52 weken;
- Fase B wordt teruggebracht van 3 naar 2 jaar.
Voor bepaalde groepen blijven afwijkende regels gelden:
- Studenten, scholieren en minderjarigen met een bijbaan mogen onder voorwaarden op oproepbasis blijven werken. Voor deze groep geldt een soepelere ketenregeling.
- Uitzendwerk blijft in fase A flexibel: tijdelijk werk met uitzendbeding en zonder loondoorbetaling bij geen werk blijft mogelijk.
- Seizoenswerk blijft een uitzondering op de ketenregeling vanwege de tijdelijke aard van het werk.
De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2027. De wijzigingen omtrent gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten zouden al op 1 januari 2026 van kracht worden.
Meer weten?
Wij blijven de ontwikkelingen volgen. Wil je weten wat dit betekent voor jouw organisatie of personeel? Neem gerust contact op – we denken graag met je mee.
Tekst: Lilach Zalait