Advocatuur “Wat gaat er 08 juli gebeuren…, dat blijft een verrassing, maar dat het gezellig wordt is een feit!”

Dat een werknemer op deze dag zijn enkel, kuitbeen en middenvoetsbeentjes zou breken en een liesbreuk zou oplopen, moet voor de werknemer ongetwijfeld een verrassing zijn geweest. Of de werknemer dit ook gezellig vond, kun je je afvragen…
Werkgever, een hoveniersbedrijf, had voor zijn personeel een bedrijfsuitje georganiseerd in verband met het 25-jarig jubileum van het bedrijf. Na een tocht met lelijke eendjes viel werknemer na middernacht op de feestlocatie als gevolg van een duw door de directeur op een lager gelegen steiger. Werknemer stelt dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. Werkgever betwist dit. Naar de mening van werkgever maakte de oorzaak van het letsel, te weten de duw door de directeur, geen onderdeel uit van het programma van het bedrijfsuitje. Volgens werkgever bestaat geen verband met de werkzaamheden van werknemer en valt het niet onder zijn verantwoordelijkheid. Werkgever had daarom geen zorgplicht om de door werknemer geleden schade te voorkomen.
De kantonrechter stelt voorop dat een ongeval tijdens door werkgever voor het personeel georganiseerde (ontspannende) activiteiten kan leiden tot aansprakelijkheid van werkgever op grond van artikel 7:658 BW. Daarvoor is vereist dat die activiteiten zijn aan te merken als door werknemer te verrichten werkzaamheden. Daarvan is sprake als tussen de activiteiten en de door werknemer te verrichten werkzaamheden een voldoende nauw verband bestaat. Voor het criterium ‘in de uitoefening van zijn werkzaamheden’ geldt in het algemeen een ruim toepassingsgebied.
Sociale verplichting?
Hoewel de deelname aan het bedrijfsuitje op zichzelf geen verplichting was, is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende komen vast te staan dat de deelname door werknemers in ieder geval als een ‘sociale’ verplichting zal zijn ervaren. Dit geldt te meer voor werknemer die sinds kort deel uitmaakte van het vaste personeel. Bovendien is sprake van een relatief klein bedrijf zodat sneller sprake is van sociale druk. Het bedrijfsuitje vond plaats in de middag van een reguliere werkdag waarop werknemer normaal gesproken behoorde te werken. Ook blijkt dat er geen aanmeldprocedure was, zodat iedereen werd verondersteld aanwezig te zijn. Onder al deze omstandigheden is het naar het oordeel van de kantonrechter begrijpelijk dat werknemer zijn aanwezigheid als een verplichting heeft ervaren. Bovendien is van belang dat met het vieren van het jubileum ook een belang van het bedrijf was gemoeid. Dat het feest op het moment van het ongeval afgelopen was, is niet gebleken. De biertap stond zelfs nog open.
Conclusie
Op grond van al deze omstandigheden is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een voldoende band tussen het bedrijfsuitje en de door werknemer te verrichten werkzaamheden zodat het ongeval valt onder de reikwijdte van artikel 7:658 BW. Een ongeval dat op eenvoudige wijze met adequaat toezicht door werkgever voorkomen had kunnen worden. De kantonrechter oordeelt dat werkgever gehouden is de volledig geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade van werkgever te vergoeden.
Wilt u binnenkort een nieuwjaarsfeestje organiseren en wilt u weten hoe u deze veilig kunt organiseren? Neem dan gerust contact met ons op via meijers@boontje.nl