Door Leander van den Hof
09 oktober 2024

Actueel De inlenersbeloning van artikel 8 Waadi ruim uitgelegd

Uitzendwerkgevers, detacheerders en terbeschikkingstellers opgelet; in een recent arrest van de Hoge Raad van 27 september 2024 is het loonbegrip van artikel 8 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (de Waadi) nader uitgelegd.

Een aanzienlijk deel van de Nederlandse uitzendbureaus en detacheerders past de cao voor uitzendkrachten toe (de ABU cao of de NBBU cao). Uit hoofde van deze cao heeft een uitzendkracht recht op de zogeheten inlenersbeloning. Deze inlenersbeloning bestaat uit tien afgebakende looncomponenten, die ten minste gelijk moeten zijn aan de beloning van de werknemer die direct werkzaam is bij de opdrachtgever. Er zijn echter ook uitzendbureaus en detacheerders die de cao niet vrijwillig toepassen. Zij vallen terug op de minder duidelijke en afgebakende wettelijke norm, namelijk de gelijke beloningsnorm uit artikel 8 van de Waadi.

De reikwijdte van de gelijke beloning uit hoofde van artikel 8 van de Waadi staat al langere tijd ter discussie. De Hoge Raad heeft nu definitief duidelijkheid verschaft. In lijn met Europese rechtspraak is gekozen voor een brede uitleg van het loonbegrip. Een richtlijnconforme uitleg maakt dat ‘loon’ alle voordelen omvat die een werkgever aan een werknemer toekent uit hoofde van zijn dienstbetrekking. Beloningen als een resultaatafhankelijke bonus, een prestatiebonus of een specifieke bedrijfsbonus vallen hier dus ook onder.

Het arrest van de Hoge Raad kan grote gevolgen hebben voor de praktijk. Werkgevers die artikel 8 Waadi toepassen, zullen moeten nagaan of zij hun werknemers op de juiste manier belonen. Is dat niet het geval, dan bestaat er het risico op aanzienlijke loonvorderingen (met terugwerkende kracht).

Heeft u vragen of behoefte aan ondersteuning met betrekking tot de beloning van uitzendkrachten, neem dan contact op met Leander van den Hof via vandenhof@boontje.nl.