Algemene criteria voor thuiswerken; een handreiking van de overheid

Vorige week dinsdag benoemde Rutte het al in de persconferentie; afgelopen zaterdag, 27 februari 2021, was het op de kop af een jaar geleden dat de eerste officiële Nederlandse coronapatiënt bekend werd. Om het coronavirus zoveel mogelijk in te dammen, heeft het kabinet vanaf het begin af aan iedereen opgeroepen om – waar mogelijk – zoveel mogelijk thuis te werken. Ook nu blijft het uitgangspunt: ‘Werk thuis, tenzij het niet anders kan’. In de ene sector zal dit door de aard van het werk makkelijker gaan dan in de andere sector. Om werkgevers en werknemers zoveel mogelijk te helpen, heeft de overheid samen met sociale partners nu een handreiking opgesteld met algemene criteria voor thuiswerken.
Criteria om (deels) coronaproof op locatie te werken
Werkgevers dienen samen met de medezeggenschap, zoals bijvoorbeeld de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging, het beleid rond thuiswerken uit te werken. De door de overheid opgestelde handreiking kan daarbij een handvat bieden. De handreiking bevat verschillende voorbeelden van situaties die door middel van criteria onduidelijkheden moeten wegnemen over het al dan niet thuiswerken. Dit helpt werkgevers en werknemers bij het maken van een keuze of een werknemer thuis of op locatie kan werken. Zo bevat de handreiking de volgende criteria om (deels) op een coronaproof locatie te werken:
- De werkzaamheden behoeven (deels) fysieke aanwezigheid van de werknemer en die is strikt noodzakelijk voor de voortgang van een noodzakelijk bedrijfsproces of om dringende sociale redenen (zoals hulpverlening);
- De werkzaamheden behoeven (deels) locatie gebonden software of hardware;
- De werkzaamheden behoeven (deels) het gebruik van bedrijfsvertrouwelijke informatie die enkel op locatie in te zien is;
- De werknemer ervaart dusdanige mentale klachten dat het (deels) uitvoeren van de werkzaamheden op locatie noodzakelijk is voor de mentale gezondheid van de werknemer;
- De fysieke thuiswerksituatie van de werknemer is niet toereikend en kan ook niet toereikend gemaakt worden, waardoor het (deels) uitvoeren van de werkzaamheden op locatie noodzakelijk is voor de gezondheid en het welbevinden van de werknemer.
De overheid noemt ook een aantal door werkgever en werknemer aangedragen argumenten die meestal geen goede redenen zijn om thuis te werken. Te denken valt aan het argument dat de werkgever graag inzicht wil hebben of zijn werknemer diens werkzaamheden wel goed uitvoert. Of bijvoorbeeld een werknemer die vindt dat hij op kantoor rustiger kan werken vanwege thuiszittende kinderen. Voor onder andere deze situaties biedt de overheid alternatieven. De handreiking geeft bijvoorbeeld tips om een geschikte en coronaproof werkplek thuis te creëren en onderling te zorgen voor maatwerkafspraken zoals flexibelere werktijden.
Meldpunt Inspectie SZW
Werkgevers en werknemers dienen samen goede afwegingen te maken over thuiswerken en tot oplossingen te komen. Indien er na onderling overleg onveilige werksituaties (blijven) bestaan, die niet in lijn zijn met de coronamaatregelen, is het mogelijk dat te melden bij het meldpunt van de Inspectie SZW. De Inspectie SZW zal vervolgens, eventueel met andere toezichthouders, deze meldingen opvolgen met een zo breed mogelijk palet aan interventies. Hoewel niet-thuiswerken in zichzelf geen overtreding is, kan de Inspectie SZW wel handhaven als de werkplek niet voldoet aan de corona-maatregelen. Denk bijvoorbeeld aan het opleggen van boetes of het stilleggen van werk.
Advies? Op basis van de handreiking dient het nu voor zowel werkgevers als werknemers duidelijk te zijn wanneer thuis en wanneer op locatie gewerkt kan worden. Indien ervoor wordt gekozen dat de werknemer thuiswerkt, dan dient de werkgever een veilige werkplek te creëren teneinde handhaving van de Inspectie SZW te voorkomen. Bent u werkgever en heeft u vragen over uw thuiswerkbeleid? Of bent u werknemer en bent u van mening dat uw werksituatie onveilig is? Neem dan contact op met Lucine Meijers.