08 januari 2019

Proeftijdaanstelling en proeftijdbeding

De uitspraak (Centrale Raad van Beroep , 19 april 2018, TAR 2018/104)

Een medewerker is werkzaam op basis van een proeftijdaanstelling voor de periode van een jaar. Bij een voldoende beoordeling zou de aanstelling worden omgezet in een vaste aanstelling. De proeftijdaanstelling werd echter niet verlengd, vanwege onvoldoende functioneren. Volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) kon het bevoegd gezag zich echter niet in redelijkheid op het standpunt stellen dat de medewerker niet aan de te stellen eisen en verwachtingen heeft voldaan. Het besluit zou daarom kunnen worden vernietigd.

Ambtenarenrecht vs. arbeidsrecht

Anders dan het ambtenarenrecht kent het arbeidsrecht geen proeftijdaanstelling. Het arbeidsrecht kent wel een proeftijdbeding, maar dit is een beding dat wordt opgenomen in de arbeidsovereenkomst. De verschillen tussen een proeftijdaanstelling en een proeftijdbeding zijn als volgt:

 

Proeftijdaanstelling Proeftijdbeding
Maximaal 2 jaar en met het oog op een vaste aanstelling.

 

In bijzondere gevallen is verlenging mogelijk met de tijd gedurende welke de ambtenaar niet in werkelijke dienst heeft doorgebracht.

Maximaal 2 maanden bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 2 jaar of langer.

 

Maximaal 1 maand bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van korter dan 2 jaar.

 

Een proeftijd kan niet worden verlengd.

Tussentijds ontslag is mogelijk via een ontslagbesluit. Ontslag tijdens de proeftijd is mogelijk, zonder tussenkomst van het UWV of de kantonrechter.
Ontslag moet gemotiveerd worden, er geldt een opzegtermijn en een ambtenaar kan in bezwaar gaan tegen het ontslag. In principe bestaat ongelimiteerde ontslagvrijheid en geldt er geen opzegtermijn. Een proeftijdontslag hoeft niet gemotiveerd te worden, tenzij de medewerker hierom verzoekt. De enige restrictie is dat een proeftijdontslag niet op discriminatoire gronden mag plaatsvinden.


De uitspraak na inwerkingtreding van de Wnra

Na inwerkingtreding van de Wnra is het niet meer mogelijk een proeftijdaanstelling aan te gaan. Wel kan een overheidswerkgever een arbeidsovereenkomst aangaan met daarin een proeftijdbeding. Deze arbeidsovereenkomst hoeft niet te worden aangegaan met het oog op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Omdat in principe een vrijwel ongelimiteerde ontslagvrijheid geldt, zal een rechter niet snel oordelen dat een medewerker ten onrechte tijdens de proeftijd is ontslagen.

Meer weten over de Wnra of de opleiding, neem dan contact op met Pascal Kruit of Loes Wevers.