27 juni 2018

Arbeidsovereenkomst Is vloggen kinderarbeid?

Met deze vraag werden wij gisteren benaderd door LINDA nieuws. In een kort interview hebben wij hierop een reactie gegeven (zie: https://www.lindanieuws.nl/nieuws/interview/waarom-kinderen-op-youtube-niets-te-maken-hebben-met-kinderarbeid/). Aanleiding om in deze blog hier wat nader op in te gaan.

De laatste tijd verschijnen op social media steeds vaker berichten van mensen die zich afvragen of vloggen niet gewoon kinderarbeid is. Of in ieder geval arbeid waaraan beperkingen moeten worden gesteld? Hoe is het anders uit te leggen dat een producent van een musical een ontheffing van de Inspectie SZW moet aanvragen als hij een kind tot 13 jaar in een musical wil laten optreden, maar dat een ouder ongelimiteerd vlogs op YouTube kan plaatsen? Het antwoord is: het eerste speelt zich af in de commerciële sfeer en het laatste in de privésfeer.

Maar hoe zit het dan met kinderen die op zo’n vlog een product van een kinderspeelgoedwinkel aanprijzen of kinderen die een eigen kookkanaal hebben? Dan wordt het al meer diffuus. Terecht dan ook dat mensen hier vraagtekens bij plaatsen. Moeten deze kinderen niet meer in bescherming worden genomen?

De Nederlandse wetgeving voorziet hier nog niet in. De Arbeidstijdenwet gaat uit van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Is sprake van een arbeidsovereenkomst tussen (de wettelijk vertegenwoordigers van) het kind en een derde partij, dan gelden strikte voorwaarden en heeft de Inspectie SZW een handhavingsplicht. Alles dat een kind doet in de privésfeer, valt niet onder de reikwijdte van de Arbeidstijdenwet zolang er bij die activiteiten volledige zeggenschap van de wettelijk vertegenwoordigers is over wanneer een inspanning wordt geleverd en wanneer er wordt uitgerust. De Nederlandse wetgeving gaat dus uit van een verantwoordelijkheid van de ouders.

Wanneer is nu sprake van een arbeidsovereenkomst tussen (de wettelijk vertegenwoordigers van) het kind en een derde partij? Van een arbeidsovereenkomst is sprake als een persoon arbeid verricht, daarvoor loon ontvangt en ondergeschikt is aan een derde. Loon is de tegenprestatie voor de arbeid, dus dat hoeft niet (alleen) geld te zijn. Daarbij is ook de partijbedoeling van belang: wat stond partijen aan het begin van de relatie voor ogen en hoe hebben ze daar uitvoering aan gegeven. Bij de beantwoording van de vraag moeten alle aspecten worden afgewogen. Voor de goede orde: van een arbeidsovereenkomst kan ook sprake zijn als er niets op papier staat, maar als dat wel uit de feiten en omstandigheden kan worden afgeleid.

Terug naar het vloggen. Wat nu als een kind op instructie van een speelgoedfabrikant op regelmatige basis speelgoed promoot in een vlog, daarbij door de fabrikant krijgt ingefluisterd wat hij moet zeggen en daarvoor in de plaats het speelgoed (en eventueel zelfs een kleine vergoeding) mag houden? Dan zou naar mijn mening op een gegeven moment gezegd kunnen worden dat voldaan is aan de genoemde vereisten en dus sprake is van een arbeidsovereenkomst. Is daarvan sprake, dan kan ook sprake zijn van kinderarbeid volgens de Arbeidstijdenwet waarvoor een ontheffing moet worden aangevraagd en waarbij de Inspectie SZW een handhavingsplicht heeft.

In de praktijk is het (helaas) niet altijd even duidelijk. Van een arbeidsovereenkomst is nog geen sprake als een kind op incidentele basis in een vlog met speelgoed speelt, dat hij van een fabrikant heeft gekregen omdat deze fabrikant heeft gezien dat (de wettelijk vertegenwoordigers van) het kind veel volgers heeft. Met andere woorden: de Nederlandse wetgeving voorziet nog niet in deze situatie. Wellicht dat hier een taak ligt voor de Kinderombudsman of de wetgever. De vraag is echter of we alles moeten willen “dicht regelen” of dat we niet vooral meer “awareness” moeten creëren bij de betrokkenen. Wordt vervolgd!

Mocht u willen doorpraten over dit onderwerp of vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Loes Wevers.