22 februari 2016

Geen onderdeel van een categorie Krokodillentranen vakbonden bij faillissement V&D?

Na de onmogelijk gebleken doorstart van het failliete V&D kwamen de vakbonden al snel met het bericht dat het treurig is dat voor zo’n 8.000 werknemers banen verloren gaan. De vakorganisaties gaven aan dat zij alles in het werk zullen stellen om voor de betreffende mensen het leed enigszins te verzachten. Nog geen jaar geleden heeft V&D getracht met diezelfde vakorganisaties te komen tot een matiging van de lonen om op die manier de kosten van het toen al in nood verkerende V&D enigszins te lenigen. De vakorganisaties gaven op dat moment geen strobreed toe en deden het voorkomen alsof zij voor hun leden (en de overige werknemers) streden. Eenmaal verworven loon moet behouden worden, zo was het ferm ingenomen standpunt. Het is een trend die regelmatig zichtbaar is. In plaats van te gaan voor continuïteit en werkgelegenheid, met daarbij ook een – af en toe noodzakelijk – loonoffer van de medewerkers, gaan de bonden (fors) voor salarisbehoud. Het is een hard gelag, zoals in het geval van V&D, te moeten constateren dat de nood om (ook in loon-)kosten te snijden niet slechts een loos argument en dreigement vanuit werkgevers is, maar regelmatig bittere noodzaak. Vakorganisaties zullen de laatsten zijn om te erkennen dat het vasthouden aan eenmaal verkregen arbeidsvoorwaarden in sommige gevallen mede tot gevolg heeft dat de continuïteit van een onderneming niet langer gewaarborgd kan worden met als gevolg, zo lijkt het, slechts banenverlies.

Of de economie in Nederland inmiddels weer in de lift zit, is vanuit de arbeidsrecht-praktijk moeilijk in te schatten. Wat wij zien, is dat diverse ondernemingen nog steeds de noodzaak voelen om te reorganiseren. Niet om daarmee de winsten te maximaliseren, maar veeleer om de nog steeds toenemende kosten van de factor arbeid voor het bedrijfsleven het hoofd te bieden. De in diverse sectoren klinkende roep van de vakorganisaties tot loonsverhoging en verbetering van de arbeidsvoorwaarden, staat daarmee in schril contrast. Van dit kabinet zou (met een zich als voorvechter voor de middenklasse profilerende VVD) mogen worden verwacht dat zij de motor van de Nederlandse economie (het MKB) zou steunen door juist de lasten te verlichten. Ondanks het feit dat minister Asscher heeft aangegeven dat er gedacht moet worden over het terugbrengen van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid van 104 naar 52 weken, is het vooralsnog niet meer dan een verbale oprisping gebleken. Veel werkgevers (in en buiten het MKB) ondervinden de gevolgen van salarisverhogingen op grond van een CAO. Nieuwe ondernemingen in die markt, die niet aan CAO’s zijn gebonden, kunnen arbeid veel goedkoper en flexibeler verkrijgen en zijn daarmee rendabeler. In plaats van te blijven hameren op loonstijging, zou het de vakorganisaties sieren als zij eens met de ondernemers mee gaan denken en mee gaan in lastenverlichting door bijvoorbeeld loonmatiging. Alleen op die manier zouden de vakorganisaties, naar mijn mening, effectief bijdragen aan lastenverlichting voor het bedrijfsleven en daarmee een veel betere basis voor werkgelegenheid dan de (bijna continue) roep om loonsverhoging en het behoud van het “verworven recht” dat 104 weken salaris moet worden betaald bij arbeidsongeschiktheid. Als de vakorganisaties beseffen dat de 104 weken loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van de ons omringende landen niet ten goede komt en teruggaan naar een maximale loondoorbetalingstermijn van 6 weken wat dat betreft voor de werkgelegenheid heilzaam zou zijn, zouden de vakorganisaties samen met de werkgevers in Nederland effectief de werkgelegenheid stimuleren. Daarmee zouden zij de werkgelegenheid bevorderen en zouden de krokodillentranen die zij nu plengen bij het mogelijk te voorkomen faillissement van V&D tot het verleden (kunnen) behoren.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Wouter Hes.

________________________________________