11 december 2015

CAO-recht Personeelsvennootschap = uitzendonderneming?

Binnen veel concerns worden werknemers bij de verschillende werkmaatschappijen tewerkgesteld via een zgn. personeelsvennootschap. Recent heeft de Kantonrechter Arnhem geoordeeld dat ook bij dergelijke intraconcern-uitzending sprake kan zijn van een zgn. allocatiefunctie. Als gevolg daarvan kan de CAO Uitzendkrachten van toepassing zijn.

Allocatiefunctie

In de literatuur en rechtspraak bestaat discussie over de vraag of de allocatiefunctie (het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van tijdelijke arbeid) een zelfstandig vereiste is voor het aannemen van een uitzendovereenkomst. Zo was het Hof Amsterdam eind 2014 twee maal van oordeel dat het geen zelfstandig vereiste is, maar oordeelde het Hof Arnhem-Leeuwarden begin 2015 dat het dat wel is. Tegen een van de uitspraken van het Hof Amsterdam is cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld. In de literatuur en rechtspraak wordt bovendien verschillend gedacht over de vraag, of een personeelsvennootschap een dergelijke allocatiefunctie vervult.

Intraconcern-uitzending

In een recente uitspraak van de kantonrechter van 4 november 2015 ging het om een personeelsvennootschap die alleen binnen het eigen concern arbeidskrachten ter beschikking stelde aan twee zustermaatschappijen. De Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) vorderde naleving van de CAO Uitzendkrachten. Niet alleen oordeelde de kantonrechter dat de allocatiefunctie geen zelfstandig vereiste is voor het aannemen van een uitzendovereenkomst, maar ook oordeelde de kantonrechter dat een personeelsvennootschap een dergelijke allocatiefunctie kan vervullen. In de betreffende uitspraak leidde dat tot het oordeel dat daarom sprake was van uitzending als bedoeld in de wet, en dat de personeelsvennootschap de CAO Uitzendkrachten moest toepassen.

Gevolgen?

Over de vraag of een personeelsvennootschap een allocatiefunctie kan vervullen, kan ook anders worden gedacht. Immers, een personeelsvennootschap die alleen binnen het concern arbeidskrachten ter beschikking stelt, bekleedt een geheel andere rol dan de traditionele uitzendonderneming. Het is dan ook verdedigbaar dat de personeelsvennootschap daarmee niet dezelfde intermediaire functie op de arbeidsmarkt vervult als een “echte” uitzendonderneming. Als geen sprake is van uitzending, zal ook de CAO Uitzendkrachten niet van toepassing zijn op de personeelsvennootschap. De kantonrechter in deze zaak oordeelde echter anders. Of dit oordeel ook door andere rechters zal worden gevolgd, zal moeten worden afgewacht. Concerns die gebruik maken van een personeelsvennootschappen moeten zich echter bewust zijn van het risico dat zij kunnen worden geconfronteerd met nalevingsacties met betrekking tot de CAO Uitzendkrachten.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Danny Vesters of Pauline Sick.